Over systeemdruk, aanbestedingsparadoxen en de noodzaak van moreel leiderschap in publieke inkoop
De uitvraag als schaakzet
Een liefdesverklaring, zo luidt het gezegde, is als de openingszet bij het schaken: de consequenties zijn niet te overzien. Dat geldt misschien nog wel sterker voor publieke inkoop. Want een uitvraag lijkt zo logisch, praktisch en noodzakelijk. Maar in werkelijkheid is het de eerste zet op een bord alles bepalend voor het vervolg.
De koude kermis van het publieke domein
Toen ik begon in het publieke domein, had ik een ambitie: bijdragen aan het grotere geheel. Werken voor het algemeen belang. Strategie, beleid en uitvoering met maatschappelijke impact. Wat ik aantrof? Een kille kermis. Van formats, vinklijstjes, aanbestedingsregels en juridisch indekken. En niemand leek het raar te vinden. Het was eerder de manier van werken die ingedekt werd, dan dat het om het publiek ging.
De aanbestedingswet als fuik
We zeggen dat de aanbestedingswet er is voor transparantie, eerlijkheid en toegang. In de praktijk is het een keurslijf dat innovatie smoort, samenwerking ondermijnt en inkopers reduceert tot uitvoerders. Het systeem is leidend geworden en niemand durft te vragen: werkt het (nog) wel?
Waar is het bewijs?
Na meer dan 10 jaar aanbestedingswetgeving is er geen enkel wetenschappelijk bewijs dat dit heeft geleid tot betere publieke uitkomsten. Geen betere zorg. Geen duurzamere bouw. Geen innovatiever onderwijs. Geen beter besteden van maatschappelijk geld of meer gelijke kansen. Wel duizenden pagina’s aan regels, uitzonderingen, procesbeschrijvingen en bestekken.
De stille systeemverslaving
Er is een hele industrie gebouwd op deze wet. Consultants, juristen, softwareleveranciers, adviseurs. Allemaal afhankelijk van het voortbestaan van dit model. Dat is niet niks. Maar omdat het publiek is, kan het niet de reden zijn dat feiten ten gunsten van de private markt subtiel weggehoond of weggemoffeld wordt als ‘onprofessioneel’ of ‘risicovol’. Maar wie bepaalt dat? En voor wie?
De menselijke maat verschrompeld
Inkopers hebben hierin weinig tot geen positie. Ze zijn begeleider van de voorgeschreven spelregels. Inkoper erger je niet. Elk contract is immers een dichtgetimmerd pakket met vanuit de wetmatigheid nauwelijks ruimte om bij te stellen, te leren of samen te bouwen. Zo worden mensen die veel weten, kunnen en voelen – teruggebracht tot uitvoerders van een procedure. En dat wringt.
Hoe dan wél?
Niet door het systeem te breken, maar door er ruimte ín te creëren:
– Stuurman: benut de momenten vóór de besluitvorming, stel betere vragen, zie het grotere plaatje.
– Kwartiermaker: zet besluiten om in hybride contractvormen met resultaat- én inspanningsruimte.
– Verbinder: borg het geleerde in cultuur, systemen en relaties. Hou de lijn levend.
En leveranciers dan?
Ook daar mag het roer om. Stop met dansen naar de pijpen van de uitvrager. Kies opdrachten die passen bij je visie en strategie. Stel jezelf de vraag: past deze opdracht bij onze koers? Onze mensen? Onze waarde? Niet: hoe win ik dit, maar: wat wil ik eigenlijk winnen?
Tot slot; wie durft te heropenen?
Een uitvraag is de eerste zet. De liefdesverklaring. En daarna ligt het bord grotendeels vast. Dus laten we daar beginnen. Niet met regels herschrijven, maar met lef om betere vragen te stellen. Meer ruimte te creëren en te erkennen dat de echte winst niet zit in het winnen van de aanbesteding, maar in het bouwen van iets dat klopt.
Want als niemand het zegt, dan zeg ik het maar:
De aanbestedingswet werkt – zolang je geen resultaat verwacht.
Het is tijd om opnieuw te leren schaken.
– Maartje Vermeer
Inkoopheld